Mensen zijn gewoontebeesten. Na 22 jaar diabetes was ik zo gewend geraakt aan insuline-injecties dat ik me nog weinig anders kon inbeelden.
Ik wist wel dat er pompsystemen bestonden, maar ik had echt geen zin in nog meer apparaatjes en buisjes op mijn lijf, en ik had nooit echt een probleem met insulinepennen, dus ik zag er het nut niet van in.In de voorbereiding naar mijn ironman kwam ik een heel interessant boek tegen over sport en diabetes: The Athlete’s Guide to Diabetes van Sheryl R. Colberg. In dit boek beschrijven verschillende sporters met diabetes hoe zij hun diabetes onder controle houden in hun sportieve leven.
Het boek is toplectuur voor actieve diabeten, je kunt het hier vinden.
Toen ik het las, merkte ik hoeveel van de topsporters met diabetes die hun verhaal deden niet met insulinepennen werkten, maar met een pomp. De favoriet bij atleten bleek de Omnipod Dash te zijn, een pomp die op dat moment jammer genoeg nog niet in België verkrijgbaar was.
Ik besloot daarom even contact op te nemen met Insulet, de producent van de Omnipod. Ik kreeg een heel vriendelijk antwoord dat de lancering in België pas tegen het einde van het jaar op de planning stond, maar dat ze me zouden contacteren wanneer er meer nieuws was. Nadien belandde dit wat op de achtergrond en ik was het eigenlijk al vergeten, toen ik aan het einde van de zomer opnieuw een e-mail kreeg met de vraag of ik nog steeds interesse had om de pomp te proberen.
Ik nam contact op met het ziekenhuis, en ze nodigden me meteen uit voor een kennismakingssessie. Toen ik de zaal binnenstapte waar dit zou doorgaan, zaten er enkele verpleegkundigen, een arts en een vertegenwoordiger van Omnipod op mij te wachten en kreeg ik te horen dat ik als eerste in België een Dash zou krijgen. De verpleegkundigen waren zelf erg opgetogen, voor hen was het ook nieuw. Ietwat verrast, maar ook wel best vereerd, ging ik ermee aan de slag.
De Dash zelf is heel gemakkelijk aan te brengen. Hij valt eigenlijk te vergelijken met een wat groot uitgevallen glucosesensor en de korte prik van de naald bij het inbrengen is niet pijnlijk. Verder zijn er geen draadjes of buisjes, en mag je de pomp eigenlijk bijna overal op je lichaam aanbrengen. 1 Omnipod Dash gaat 3 dagen mee, waarna je hem moet vervangen.
Voordat je de pod kunt plaatsen, moet je die eerst vullen met snelwerkende insuline (in mijn geval Fiasp) en voorbereiden met behulp van de afstandsbediening of PDM. Dit laatste is eigenlijk een soort kleine mobiele telefoon waarmee je je pomp kunt bedienen. Je kunt er je basale insuline en bolussen op instellen, de status van je pomp controleren en je hele historiek op bekijken.
Na de eerste dagen werd het me duidelijk dat de overschakeling naar een Omnipod Dash niet zomaar van een leien dakje zou lopen. De switch naar een pomp is een soort totale “reset” van je diabetesbehandeling. Het verplicht je om opnieuw te gaan nadenken over de basisconcepten, zoals je hoeveelheid basale insuline, je bolussen, je voeding, waarvan ik dacht dat ik ze intussen wel onder de knie had.
In het ziekenhuis hadden ze de basale dosissen vooraf al ingesteld, maar die bleken niet goed te werken. Ik kreeg veel hoge waarden, mijn bolussen hadden niet het gewenste effect en kreeg mijn suiker maar niet naar omlaag. Hogere bolussen hielpen tijdelijk, maar de trend bleef te hoog. Ik was echt bijna klaar om het op te geven en begon te denken dat een pomp toch niets voor mij was.
Tijdens een lange fietstocht bedacht ik me toen dat ik misschien een fout maakte. Door zolang met insulinepennen te werken, was ik het helemaal gewoon geworden om me uitsluitend te richten op de bolusinsuline, en van de basale insuline af te blijven. Ik realiseerde me dus ook niet dat daar wel eens het probleem zou kunnen liggen. Maar hoe begin je daaraan?
Je basale waarden opnieuw instellen is geen sinecure. In het dagelijks leven zorgen de continue opeenvolging van koolhydraten, bolussen en lichaamsbeweging voor zoveel ruis dat het heel moeilijk is om erachter te komen hoeveel insuline je lichaam nu precies nodig heeft.
Er zat in mijn ogen niets anders op dan die drie factoren zoveel mogelijk te proberen elimineren. Ik schakelde drie dagen over op een ketodieet zonder koolhydraten, stopte die 3 dagen met sporten en probeerde zo weinig mogelijk bolusinsuline te gebruiken. Op die manier werd mijn bloedsuiker zo weinig mogelijk beïnvloed door externe factoren, en kon ik nagaan hoeveel insuline mijn lichaam doorheen de dag nodig had. Op die manier hoopte ik trends te ontdekken en erachter te komen hoe mijn insulinebehoefte veranderde afhankelijk van het tijdstip.
Op die manier leerde ik dat ik in het eerste deel van de nacht veel minder insuline nodig had dan naar de ochtend toe, en dat ik in de namiddag iets minder en in de avond meer insuline nodig had. Mijn basale dosissen werden bijna verdubbeld en aangepast volgens de verschillende delen van de dag, en ik slaagde erin om ze op 3 dagen tijd op het juiste niveau te krijgen.
Dan was het tijd om de koolhydraten, bolussen en sport opnieuw in te faseren. Ik merkte dat mijn bolussen nu veel beter werkten dichter lagen bij de bolussen die ik zette toen ik nog met pennen werkte. Het grote voordeel was ook dat de soms (heel) hoge suikers in de ochtend en in de latere avond nu verleden tijd waren, omdat mijn pomp op die momenten is ingesteld om meer basale insuline af te geven.
De laatste factor sport, blijkt de moeilijkste. Nu, eerlijk gezegd, met pennen was dit ook geen simpele zaak. Je kunt altijd kiezen tussen verschillende strategiëen (meer eten, minder spuiten of een combinatie van beide) en het is niet altijd duidelijk welke strategie en timing het beste werken.
Bij een pomp heb je nog een extra optie. Als je wilt gaan sporten (langer dan 30 minuten), kun je je basale insuline 1 tot 1,5 uur vooraf verminderen. Dat kan heel eenvoudig met de PDM.
Je kiest met hoeveel procent je de basale insuline wilt verlagen en voor hoelang je dat wilt doen. Je kunt de insulinetoevoer zelfs volledig stopzetten als je dat wilt. Dit creëert nieuwe mogelijkheden.
Het is even zoeken om erachter te komen hoeveel je precies moet verminderen voor welk type inspanning. Ik merk bijvoorbeeld dat ik bij het lopen of wandelen -80% moet doen als ik niet wil eten. Als ik wel iets wil eten, volstaat -70%. Op de fiets is dat respectievelijk 75% en 65%. Zwemmen ben ik nog aan het testen.
Het grote voordeel is dat je niet altijd hoeft te eten voordat je gaat sporten. Vooral bij kortere inspanningen is dat handig. Zodra je de juiste procentuele vermindering hebt gevonden, is dat in theorie ook een strategie die je keer op keer kunt blijven toepassen met hetzelfde effect. Hier heb ik nog wel een heel leertraject te gaan. Ik heb binnenkort een meeting met enkele andere “Omnipodders” uit heel Europe om ervaringen uit te wisselen en hoop hier meer uit te kunnen leren over hoe zij dit aanpakken.
Wat ik ook merk, is dat de strategie “gewoon meer eten” zonder je basale insuline bij te stellen niet zo goed werkt. Omdat je continu snelwerkende insuline binnenkrijgt, zakt je suiker in mijn ervaring sneller bij het sporten dan als je met een inspuiting van langwerkende insuline werkt. De basale insuline verlagen is dus een must, zeker voor langere sportsessies.
In het algemeen is de balans na 45 dagen met de Omnipod wel onverdeeld positief. Ik heb de afgelopen 1,5 maand mijn diabetesbehandeling een echte “reset” gegeven en heb hierdoor weer veel bijgeleerd over mijn diabetes en mijn insulinebehoefte. Het heeft me ook op een andere manier doen kijken naar het concept van basale insuline en hoe je die kunt afstemmen op wat je lichaam nodig heeft.
Na een moeilijke start gaan de afgelopen 14 dagen helemaal de goede richting uit. De moeilijke momenten zitten nog rond de sportinspanningen. Als ik die de komende weken nog beter geregeld krijg, moet mijn A1C met de Omnipod Dash zeker onder de 6 kunnen duiken! To be continued…